Raapsteeltjes

Terwijl wij een weekje ‘relaxen’ in Rome en daar de plaatselijke keuken uitgebreid testen, valt het leven aan het thuisfront niet helemaal stil. De aardperen zijn nu al opgeschoten tot ongeveer een meter. Ze overwoekeren een beetje de basilicum-kas, maar ik laat de planten hun gang maar gaan. De raapsteeltjes die ik begin april zaaide zijn op een week tijd ook deftig opgeschoten.

Raapsteeltjes, ook wel ‘kelen’ genoemd, behoren tot de ‘vergeten groente’. Het is de moeite om ze eens te zaaien, als je ergens een vierkante meter over hebt. Deze vroege voorjaarsgroente kan je al na 6 weken oogsten. Op een klein lapje grond kweek je met gemak een hele hoop.

Zoals de naam doet vermoeden, hebben de blaadjes een zachte raapsmaak. Je kan ze rauw eten: ze hebben een vergelijkbare pittigheid als raketsla, matig mengen dus met andere groenten. Er bestaan recepten voor soep, fritata, puree en noem maar op! Ik maakte er gisteren een puree van, samen met gestoomde broccoli, viskroketjes en pikante ketchup.

4-6 aardappelen zacht koken met wat zout. Intussen in een andere pan 30g pijnboompitjes laten kleuren in een mengeling van boter en olie, een fijngesneden sjalotje, een fijngesneden rode paprika en een geperst teentje knoflook toevoegen en enkele minuten zachtjes laten sudderen. Aardappelen afgieten, fijnstampen met een klontje boter en een scheut culinaire room. 2 handvollen gewassen en grof gesneden raapsteeltjes (zonder stengels) en de pan groentjes toevoegen aan de puree, alles goed omroeren en afkruiden met peper, zout, nootmuskaat en raz-el-hanout. Eenvoudig maar erg lekker!