Hiep Hiep Hoera! Vanillekoekjes met confituur

Er is er een jarig hoera, hoera, dat kan je wel zien dat is San! Ze is vandaag naar school vertrokken met een zak, waarin een grote doos, met 30 pakjes met telkens 2 zelfgebakken vanillekoekjes, eentje met abrikozen- en eentje met aardbeienconfituur.

Want wie hier jarig is, mag – binnen de grenzen van de mogelijkheden – kiezen waarmee getrakteerd wordt op school of op het werk. Daar wordt weken van tevoren duchtig over nagedacht en gedebatteerd, klasgenoten geconsulteerd, recepten bestudeerd. Een dag voor de festiviteiten gaat mama aan de slag, al dan niet met de hulp van de jarige. Dan geurt het hele huis zoet naar feest en snoeperij. En wordt er ’s avonds al voorgeproefd en besloten: vanillekoekjes met confituur zijn héérlijk!

Nodig:
(voor ongeveer 40 koekjes, ik maakte dus meteen het dubbele!)
250 ongezouten boter
130gr suiker
70gr vanillesuiker (uit kilopak. Gebruik je de zakjes, neem er dan 2 (20gr) en verhoog de hoeveelheid gewone suiker tot 180)
1 ei + 1 eidooier
300gr bloem + bakpoeder
1 mespunt zout of bicarbonaat
een vaste confituur naar keuze, ik gebruikte abrikozen en aardbeien

Doen:
Laat eerst alle ingrediënten op kamertemperatuur komen. De boter kan je best meteen uit de koelkast in blokjes snijden en in je mengkom zacht laten worden.
Doe de suikers bij de boter en roer alles met de mixer of de keukenrobot tot een zacht en romig mengsel. Als je sterk en dapper bent, kan dat natuurlijk ook met een gewone houten lepel of een garde!
Voeg de eitjes toe en roer tot een egaal geheel. Zeef de bloem met het bakpoeder en het zout (of bicarbonaat) en voeg de helft toe aan het botermengsel, roer tot alle bloem is opgenomen. Herhaal met de tweede helft van de bloem.

Het deeg is zacht en plakkerig, het vergt dus een beetje handigheid om er 2 deegrollen van te maken: leg een groot stuk huishoudfolie op je werkvlak, doe ongeveer de helft van het deeg daarop en vorm met de handen en met behulp van die folie tot een lange dikke deegworst. Pak verder stevig in met de folie en herhaal met de tweede helft van het deeg. Laat de deegrollen in de koelkast minstens een uur opstijven.

Verwarm de oven voor op 175°C. Gebruik 2 of 3 bakplaten met bakfolie of bakpapier erop.
Haal de eerste deegrol uit de koelkast, snij die in ongeveer gelijke plakjes, rol elk plakje tot een bal (iets kleiner dan een walnoot is ideaal), leg de balletjes op de bakplaat. Zorg voor voldoende tussenruimte want ze worden straks veel groter. Laat de balletjes even op temperatuur komen. Duw ze dan met de handpalm uit tot dikke schijven, en duw middenin elk schijfje met je duim een holte. Vul deze holte met confituur. Als de hoeveelheid confituur ongeveer overeenstemt met het volume van het gat (zonder bergje) is het goed.

Bak de koekjes gedurende 12 à 15 minuten midden in de oven tot ze goudbruin zijn. Intussen kan je de volgende bakplaat voorbereiden.
Recht uit de oven zijn de koekjes nog zacht en is de confituur bloedheet, je kan ze dus best even op de bakplaat laten afkoelen en pas daarna op een rooster leggen. Vergeet niet de tweede deegrol op dezelfde manier tot heerlijke koekjes te verwerken!

Kraakvers het lekkerste, laat het smaken!