Helemaal zelfgemaakt: yoghurtverveineroomijs
Zelf ijs maken! Dat klinkt helemaal als zomer in de oren. Je hebt – jawel – een ijsmachine nodig om je eigen bereiding al draaiend te laten bevriezen tot min-of-meer schepklaar roomijs of sorbet. Maar het is zeker die kleine investering waard.
Ijsmachines
Eerst dus even uitweiden over de machines die te verkrijgen zijn. Er zijn drie soorten voor thuisgebruik: een machine met koelschijf, ene met koelkom(men) of een compressor.Ik heb ze alle drie gehad, gebruikt en beoordeeld.
De eerste soort is de goedkoopste, 30-50 euro ongeveer. In een grote kom steek je onderaan een soort vrieselement, dat eerst 24 uur in de diepvriezer stak. Aan het deksel op de kom is een gemotoriseerde mengarm bevestigd. Je giet je ‘deeg’ op de koelschijf en de mengarm draait terwijl je mengsel bevriest. Het werkt, maar is niet erg handig. Na gebruik is het vaak moeilijk de schijf weer uit de kom te halen, waardoor je de boel wel eens uit elkaar trekt. Verder bevriest het ijs niet gelijkmatig. Je kan overigens per 24u één keer één soort ijs maken.
De tweede soort is een tikje duurder (50-100 euro of zo) maar ook een stukje beter. De werking is zoals hierboven, maar nu gaat de hele kom in de diepvriezer. Het ijs bevriest daardoor sneller en gelijkmatiger, en het is geen gedoe met montage en demontage. Je hebt wel iets meer plaats nodig in je diepvriezer. Sommige toestellen werken met twee afzonderlijke kommen, heel handig! Ook met dit toestel kan je per kom één keer per dag aan de slag.
De derde soort dan, de compressor, is de beste maar ook de duurste (150-300 euro). Het is een diepvriezertje-op-zich. Je kan de hele dag door ijs maken, wel zo handig als je een dineetje organiseert met sorbet als tussengerecht en roomijs bij het dessert.
De koelschijf-versie heb ik naar het containerpark gebracht. De machine met 2 koelkommen heb ik veel gebruikt en daarna in perfecte staat aan iemand anders cadeau gedaan. Want intussen had ik in een compressortje geïnvesteerd, en daar ben ik nog steeds zeer tevreden mee!
Verveine oftewel ijzerkruid
In het heerlijke roomijs waarvan ik het recept meteen ga verklappen, gebruik ik ijzerkruid. De Latijnse benaming is verbena officinalis, in het Frans heet het ‘verveine’. Zoals de benaming laat vermoeden, is ijzerkruid geneeskrachtig. Het wordt onder andere gebruikt ter bevordering van de spijsvertering. Daarom drinken velen ‘une tisane de verveine’ na een copieuze maaltijd. Ik verwerk het hier dus in het dessert.
De fijne smaak van dit fragiele kruid gaat ontzettend goed samen – vind ik – met de friszure smaak van yoghurt of kefir. Vandaar deze creatie.
Yoghurtverveineroomijs
Nodig:
400ml culinaire room (of volle room, voor een romiger maar ook zwaarder resultaat)
20 blaadjes ijzerkruid, liefst verse (gewassen), anders gedroogde
1 dikke lepel glucose
5 eidooiers
125gr suiker
300-400 gr ongesuikerde volle witte yoghurt, griekse yoghurt of uitgelekte zelfgemaakte kefirdrank
Doen:
Verhit de room tot onder het kookpunt, voeg de blaadjes ijzerkruid toe en laat een half uurtje trekken (‘infuseren’).
Intussen de dooiers en de suiker in een kom met een mixer stevig opkloppen tot een wittige en moessige massa (‘ruban’). (Tussen haakjes vuur ik meteen wat culinaire termen op jullie af.)
De room weer lichtjes verhitten, de blaadjes er uithalen en een dikke lepel (50ml) glucose toevoegen. Glucose is een heldere dikke soort suikersiroop. Het plakt verschrikkelijk, dus gebruik best een hittebestendige kunststof lepel, neem op zicht een dikke schep en steek de lepel in de hete room om te laten oplossen. Kan je geen glucose vinden, laat dan gerust achterwege maar gebruik 50gr suiker extra. Het ijs zal wel harder worden bij bewaring in de diepvriezer.
De ruban roerend bij de hete room voegen en steeds roerend zachtjes verhitten tot maximum 80 graden, tot de mengeling (‘anglaise’) licht indikt. Om te testen of het goed heeft gepakt steek je een platte (liefst kunstof) lepel in de room, haal je die er weer rechtop uit en trek je met je vinger een horizontale lijn op de lepel. Blijft de lijn staan is het goed, loopt de lijn dicht is de room nog te dun. Maar als je teveel verhit, gaan de dooiers in het mengsel stollen, waardoor dat gaat schiften en klaar is voor de gootsteen.
Tiens, misschien is koken toch niet zo makkelijk als ik steeds beweer 🙂
Laat de anglaise zo snel mogelijk roerend afkoelen tot onder de gevarenzone. Steek de pot bijvoorbeeld even in een koudwaterbad. Laat daarna verder rustig afkoelen tot koelkasttemperatuur. Meng er de yoghurt onder en je roomijsdeeg is klaar voor de ijsmachine. Laat bevriezen.
Meteen serveren zou het lekkerste zijn. Maar dat is uiteraard zelden haalbaar. Doe het ijs dus in een afsluitbaar bakje en zet tot gebruik in de diepvriezer. Hou er wel rekening mee dat zelfgemaakt roomijs erg hard kan worden, je zet het ijs dus best even van tevoren in de koelkast om het weer schepklaar en lekker te maken.
Serveer dit fijne roomijs met vers fruit, zoals gemarineerde ananas, gestoofde peertjes en/of rood fruit.
Veel succes en geniet ervan!!